Oud-katholieke kerk

In 1882 werd de Oud-katholieke kerk, Leeuweringerstraat 12, verbouwd in neo-romaanse stijl. De architect was C. van Wijngaarden uit Woerden. In hetzelfde jaar werd ook de kosterswoning, Leeuweringerstraat 14, verbouwd naar een ontwerp van de architect M.C. van Wijngaarden.

De Oud-katholieke St. Michaël en Johannes de Doper-kerk is sinds 1650 op deze plaats in de stad gevestigd, eerst in het huis dat nu de kosterswoning is en vanaf 1703 in het naastgelegen woonhuis, waar nu de kerk is. De eerste decennia op deze plek gingen niet van een leien dakje.

Rond 1640 waren er regelmatig problemen tussen de gereformeerde en de katholieke burgers van Oudewater. De gereformeerden stoorden zich aan de openlijke kerkdiensten van de katholieken. Katholieke bruiloftsgangers gingen in 1639 de Michaëlskerk binnen en gooiden een kerkboek kapot. 

In 1643 werd het rustig. Er waren twee dingen gebeurd. Allereerst was dominee Johannes Lydius, een felle tegenstander van de katholieken, onverwacht overleden, waardoor de kerkenraad het druk had met zijn opvolging. Ten tweede was Nicolaas van der Hee benoemd tot priester van de katholieke gemeente in de stad. Nicolaas van der Hee kwam uit Polsbroek en stamde uit een familie die al lang in en rond Oudewater woonde. Hij was rijk, hij was een beminnelijk mens en hij zorgde voor de armen, kortom, hij was bij iedereen geliefd.

Enkele jaren na zijn komst in de stad kocht Van der Hee het huis Leeuweringerstraat 14. Het diende als woonhuis en als kerk. Van der Hee stierf tijdens de pestepidemie in 1673. Naar verluidt weigerde zijn collega-priester om de zieken in de buitenbuurten te bezoeken en deed hij dat wel.

Vijftig jaar na de aankoop was het huis in de Leeuweringerstraat bouwvallig geworden. De nieuwe pastoor, Joannes Chrysostomus Vijfhuizen, ging op zoek naar een ander pand en sprak daarover met de secretaris van Oudewater, Pieter Schrijver. Diens moeder was de Oudewaterse brouwersdochter Anna van Rodenburgh. De panden van de grootouderlijke brouwerij op de Hallebrug, ‘de Witte Leeuw’, leken hem wel wat voor de katholieke kerk. Tegenwoordig zijn deze panden bekend als Markt oostzijde 8 en 10 en de feitelijke brouwerij lag aan de Wijngaardstraat.

In 1700 verkocht Schrijver ‘de Witte Leeuw’ voor 1700 gulden aan pastoor Vijfhuizen. Maar de verbouwing van het interieur was nog niet van start gegaan, of het stadsbestuur verbood het gebruik van de panden als kerk. Secretaris Schrijver durfde het niet op te nemen voor de katholieke gemeente. Drie jaar lang waren stadsbestuur en kerkbestuur in discussie. De stadsbestuurders waren pertinent tegen een schuilkerk op zo’n prominente plaats in de stad. Maar na drie jaar begrepen zij ook dat de katholieke gemeente echt een ander gebouw nodig had. Op 9 augustus 1703 spraken vertegenwoordigers van de katholieke gemeente nog eens met het stadsbestuur. In de notulen van het stadsbestuur werd genoteerd: ‘is ’t zelve in consideratie (overweging) gehouden’. Er werd over nagedacht en vooral gezocht naar een elegante oplossing die geen gezichtsverlies zou veroorzaken. 

Anderhalve maand later bleek de oplossing te zijn gevonden. Op 22 september 1703 verkocht Cornelia Tromper, weduwe van dokter en burgemeester Nicolaas Mourick, haar huis Leeuweringerstraat 12 aan vertegenwoordigers van de katholieke gemeente. 

Het interieur van het huis werd verbouwd tot kerk en voorzien van een fraai altaarstuk en andere schilderijen. Niet voor niets werd deze kerk eeuwenlang aangeduid als de ‘Herenkerk’. Het exterieur bleef dat van een woonhuis: tenslotte mochten gebouwen die gebruikt werden voor de katholieke eredienst tot 1795 niet vanaf de straat als zodanig herkenbaar zijn.

In 1882 werd de Oud-katholieke kerk, Leeuweringerstraat 12, verbouwd in neo-romaanse stijl. De architect was C. van Wijngaarden uit Woerden. In hetzelfde jaar werd ook de kosterswoning, Leeuweringerstraat 14, verbouwd naar een ontwerp van de architect M.C. van Wijngaarden.

Bron: Netty Stoppelenburg