St. Michaëlskerk

Uit de verbouwing van een gotische kruiskerk in de 15de eeuw ontstane hallenkerk van drie beuken, overdekt door houten tongewelven. In het schip bakstenen zuilen met lijstkapitelen; in het veelhoekig gesloten koor, dat door recht gesloten nevenkoren geflankeerd wordt, zuilen met bladkapitelen in trachiet. Aan de zuidzijde van het koor een sacristie, eerste kwart 16de eeuw, overdekt door ster- en netgewelven. Gerestaureerd 1927-1928; opnieuw in restauratie 1960-heden. Tot de inventaris behoren: een eikehouten preekstoel in renaissancevormen, eerste helft 17de eeuw, afkomstig uit de Nieuwe Kerk te Dordrecht; een natuurstenen gotische doopvont, 15de eeuw; een epitaaf voor R. Snellius van Royen, 1613.

Orgel met Hoofdwerk, Bovenwerk en vrij Pedaal. in 1840 gemaakt door de firma Kam en Van der Meulen. De kast werd gemaakt door A. Meere in 1839 en verscheidene grafzerken uit de 15de, 16de en 17de eeuw. In de kerk houten frame met buiten gebruik gestelde klokken: elf klokken gemaakt door G. Both, 1599/1601, vier klokken van Noorden & De Grave en één klok van C. Fremy.

Toren

Bakstenen bouwwerk uit omstreeks 1300, bestaande uit vier geledingen, waarvan de onderste een doorgang bevat.

In de plattegrond rechthoekige toren is tegen de tweede en derde geleding verlevendigd door romaniserende lisenen en boogfriezen en tegen de klokkenverdieping door spitsboognissen met bakstenen traceringen.

Dwars zadeldak met wolfeinden; aan de oostzijde een uitgebouwde klokkenkoepeltje. Eikenhouten klokkenstoel, ca. 1400, met gelui van drie klokken, bestaande uit een klok van J. Moer, 1500, diam. 144 cm, en een klok van J. Waghevens, 1511, diam. 105,5 cm en een klok van W. van Wou, 1509, diam. 120 cm. In een dakruiter hangt een klok van een anonieme gieter uit de 14de eeuw, diam. ca. 56 cm. Mechanisch torenuurwerk, in 1965 voorzien van elektrische opwinding.

De toren is gerestaureerd in 1950 en volgende jaren.

Overige Informatie

Hallenkerk bestaande uit een driebeukig schip, een niet uitstekend transept en een driebeukige koorpartij, bestaande uit een polygonaal gesloten middenkoor en en twee rechtgesloten zijkoren. De kerk heeft haar huidige vorm in hoofdzaak in de 15de eeuw gekregen. De toren is ouder en kwam al in de 14de eeuw tot stand. Hij vertoont nog romaanse elementen. Meest opvallende kenmerk is het dwars geplaatste zadeldak met wolfeinden, een voor deze streken zeldzame torenbekroning. De kerk bevat weinig oud meubilair. De 17de eeuwse kansel komt van elders. Verder is er een epitaaf voor de wiskundige Rudolph Snellius (+ 1631), grondlegger van de driehoeksmeting.

Orgel

Het hoofdorgel (Rijksmonument) is in 1839-1840 gebouwd door de firma Kam & Van der Meulen (Rotterdam). In 1896 restaureert de firma Bakker & Timmenga (Leeuwarden) het. De firma J.C. Sanders & Zoon (Utrecht) vernieuwt in 1928 de Trompet 8′ van het manuaal en levert een nieuw pedaalklavier. In 1965 restaureert Bakker & Timmenga de windladen en de windvoorziening. In 1994-1995 wordt door hen een algehele restauratie uitgevoerd.

Koororgel

Het koororgel is in 1862 gebouwd door E. Wadsworth te Manchester voor de Methodist Church te St. Aubin, Jersey. In 1886 wijzigt Alfred Oldknow (Londen) de dispositie, maakt een nieuwe lade voor het Swell Organ en een nieuwe klaviatuur. In 2008 wordt het orgel door I. Boogaard (Rijssen) en C. van Butselaar (Oudewater) gerestaureerd en in Oudewater opgesteld.

bron: wikipedia