Ursulakapel

Rond 1400 vestigde zich aan het Heilig Leven, een zijstraatje van de Kapellestraat, een groep nonnen. In 1412 betrokken de nonnen uit het Heilig Leven een pand aan de overzijde van de Kapellestraat. Van dit nonnenklooster, gewijd aan Sint Ursula, is alleen de kapel nog overgebleven, nu Kapellestraat 24. Toen Oudewater zich in 1572 aansloot bij de opstand, konden de nonnen nog gewoon in het klooster blijven. Nadat de stad in 1575 was ingenomen door de Spanjaarden werden ook de nonnen die zich niet hadden verstopt, vermoord. 

Na de herovering in 1576 werd het klooster formeel opgeheven. Sommige nonnen trouwden, anderen zetten zich in voor het verzorgen van zieken. Het was hun ook toegestaan te vertrekken naar katholieke steden waar zij verder als non konden leven. 

De Ursulakapel werd voortaan gebruikt als school en op de zolder werd de voorraad turf voor de armen opgeslagen. Er was één schoolmeester voor alle kinderen in Oudewater. Gelukkig – voor de meester dan  – gingen niet alle kinderen in Oudewater naar school. Kinderen van arme ouders moesten werken – als er werk was. Ook in Oudewater zaten kinderen vanaf 4 jaar achter het grote wiel op de touwbaan. Veel boerenkinderen werden geacht mee te helpen op de boerderij en werden alleen in de rustige wintermaanden naar school gestuurd. Er waren ook schooltjes in de Lange Linschoten, in Snelrewaard, in Hoenkoop en in Hekendorp. 

Het vakkenpakket bestond uit lezen, psalmenzingen, schrijven en rekenen. Ook van katholieke kinderen werd verwacht dat zij de psalmen leerden zingen en delen van de protestantse geloofsbelijdenis uit het hoofd leerden. Voor het leren schrijven en rekenen moest betaald worden. Enkele schoolmeesters waren ook in staat om Franse les te geven, iets waar de meer vermogende burgers wel belangstelling voor hadden.

In 1783 en 1828 werd ten behoeve van de school het westelijke deel van de kapel afgebroken en vernieuwd. In deze tijd werd de kapel al niet meer als school gebruikt maar als huisvesting voor een minder-vermogende bejaarde. De schoolmeester woonde bij de school, in het nieuwe gedeelte van het gebouw.

In de 19e eeuw werd er meer op toegezien dat kinderen ook werkelijk naar school gingen. Er kwamen nu dagelijks zo’n 120 kinderen naar de Ursulakapel. Er was één schoolmeester die twee hulpschoolmeesters had om hem te assisteren.

In 1882 werd de nieuwe openbare school in gebruik genomen, op de hoek van de Kapellestraat en de St. Jansstraat. In deze tijd openden ook de protestantse ‘School met de Bijbel’, de katholieke ‘Mariaschool’ en de ‘St. Josefschool’ haar deuren. De Ursulakapel en het schoolgebouw werden voor andere doeleinden gebruikt. In de laatste decennia van de 20e eeuw was hier het politiebureau. Tegenwoordig is de kapel in gebruik als kantoor.