1293 - Het Lombardenhuis van Oudewater voor het eerst genoemd

Middeleeuwse kooplieden droegen zakken met muntgeld mee en moesten in een ander land eerst die munten uit hun eigen land wisselen voor de lokale munten. Die geldwisselaars ontwikkelden zich tot bankiers. In de middeleeuwen waren families uit Lombardije, Noord-Italië, heel actief als bankiers. Er werd dan ook gesproken van een ‘Lombardenhuis’. Lombarden vestigden zich alleen in plaatsen waar een belangrijke markt was en waar dus veel kooplieden kwamen. Echte beginjaren zijn meestal niet bekend, maar in Schiedam wordt in 1327 voor het eerst een Lombardenhuis genoemd, in Delft in 1342 en in Amsterdam pas in 1477. Een grote stad als Utrecht had al in 1260 een Lombardenhuis. Het Lombardenhuis van Oudewater wordt voor het eerst genoemd in 1293, als Adolf, de proost en aartsdiaken van de Utrechtse Dom, aan de graaf van Holland belooft om voor 12 november 1293 op de naam van de graaf aan de Lombarden te Utrecht, Amersfoort, Rhenen en Oudewater 100 pond Hollands te betalen.