De weg

1874

Als de eerste lichtstralen door het zolderraam komen, is Johan direct wakker. Het is nog niet echt licht, maar vader zei dat ze bij het eerste licht zouden vertrekken. Pieter en Willem slapen nog. Zij doen vandaag het werk in de werkplaats, maar Johan gaat er met vader op uit, op de laatste dag van zijn zomervakantie! Hij klimt uit de bedstee en giet wat water uit de lampetkan in de kom. Even zijn ogen uitwassen! Hij trekt zijn kleren aan en gaat voorzichtig de trap af, om zijn broers en zussen niet wakker te maken.
Zijn ouders zijn ook al wakker. Zijn moeder heeft twee stapels boterhammen belegd en die wikkelt ze in linnen doeken. Er staan twee flessen klaar met lauwe thee, de kurken moeten er nog op. Vader heeft in de werkplaats het paard voor de wagen gespannen en Johan hoort de merrie stampen. Samen met zijn moeder loopt Johan naar buiten. Zijn vader zit al op de bok van de wagen en Johan klimt er naast. Zijn moeder zet de mand met eten achter in de wagen, bij de duimstok en het aantekenboek en het potlood van vader en de zak haver voor het paard.
En dan vertrekken ze, van Goejanverwellesluis naar Oudewater. Het is nog rustig in de Hekendorpse buurt, maar in de weilanden zijn de boeren de koeien al aan het melken. Overal zingen vogels. De appelbomen op de dijk hangen vol met appels, maar ze zijn nog niet rijp. Eenmaal in Oudewater rijden ze over het Rodezand, langs het kerkhof, door de Romeijnsteeg en dan de ophaalbrug over. Net buiten IJsselvere, bij de tuin van herberg De Wildeman, begint het werk.
Dit jaar is er weer een openbare inschrijving voor het onderhoud van de weg van Oudewater naar De Meern en vader wil meedoen. Vandaag gaan ze de weg bekijken om in te schatten hoeveel werk het zal zijn en wat er nodig is. Dan moet hij berekenen hoeveel het materiaal bij elkaar gaat kosten en hoeveel uren werk het zal zijn. En dan kan hij bij het provinciebestuur van Utrecht inschrijven voor het bedrag dat hij per jaar voor het werk wil krijgen. Maar hij is natuurlijk niet de enige! Er zullen ook andere timmermannen en aannemers inschrijven en het provinciebestuur geeft de opdracht aan degene die voor het laagste bedrag ingeschreven heeft.
Ze rijden langs het Statenland, langs de Rateles en de Damweg met het nieuwe stoomgemaal. En langs de houtzaagmolen van de firma De Jongh en het grote woonhuis aan de andere kant van de weg. Hier begint Willeskop. Johan kijkt zijn ogen uit. Deze weg is veel breder dan de weg door de Hekendorpse buurt. Wel viereneenhalve meter, heeft zijn vader hem verteld. Hier rijdt ook de postkoets en twee postkoetsen moeten elkaar kunnen passeren. De weg door de Hekendorpse buurt ligt onder langs de dijk, deze weg gaat over de dijk, net als door Stein, maar de dijk is hier niet zo hoog als in Stein. Maar toch, niemand wil natuurlijk dat een koets van de dijk af valt.
Vader stopt regelmatig, vooral bij bochten in de weg en op plekken waar de dijk dicht langs de Hollandsche IJssel ligt. Hij controleert dan het talud: hoe stevig is dat, zou de weg kunnen verzakken? Johan let op de kilometerpaaltjes: staan ze er allemaal nog? Het echte werk komt pas als ze bij Montfoort komen. Daar liggen duikers onder de weg en die moeten ze ook allemaal controleren. Binnen Montfoort zijn de Lieve Vrouwe Gracht en de Vrouwenhuisstraat bestraat met klinkers. Door Willeskop en door Heeswijk, voorbij Montfoort, ligt er allemaal grind op de weg. Ze rijden langs het poortgebouw van het oude kasteel van Montfoort. Johan kijkt zijn ogen uit, de meester op school heeft verteld over de middeleeuwen en dat mensen toen in kastelen woonden. Bij de plek waar de Heeswijkerpoort stond, ligt nog een stuk stadsgracht en daar moet de beschoeiing van de gracht worden nagekeken.
Tussen Heeswijk en Achthoven ligt de Hoogeboomsbrug over de Hollandsche IJssel. De Hoogeboomsbrug is een draaibrug, helemaal van hout. Het onderhoud van die brug is ook inbegrepen en daarom schrijven vooral timmerlieden in op het onderhoud van de weg. Vader springt van de wagen en maakt het paard vast aan één van de bomen. Hij pakt de zak met haver van de wagen. Johan klimt er ook vanaf. Hier blijven ze wel even, want vader wil zien of de draaibrug nog goed werkt en ze moeten dus wachten op een schip. Tijd voor al die boterhammen en de thee!


Auteur: Nettie Stoppelenburg
Tijdvak: Tijd van burgers en stoommachines | Hoofdlijn: Knooppunt van verbindingen


Weetjes

Johan
Johannes Vermeer werd geboren op 30 december 1864 in Hekendorp. Hij was de zoon van timmerman Jan Vermeer en van Maria Both. Er waren veel kinderen in het gezin. Pieter en Willem waren zijn oudere broers, geboren in 1854 en 1856. In 1861 was de eerste Johannes geboren, maar die was een jaar later gestorven. Johan had vijf zussen, Aaltje, Pietertje, Teuntje, Hilligje en Marrigje. In 1880 werd nog een laatste broertje geboren, Jan. Als timmerman woonde Jan Vermeer met zijn gezin niet in de Hekendorpse buurt, maar op Goejanverwellesluis.
Lampetkan

In 1874 was er nog geen waterleiding. Het was al heel luxe om een grote kan met water, een 'lampetkan' in je slaapkamer te hebben zodat je je daarmee kon wassen.

Flessen met lauwe thee

Thermoskannen en koeltassen bestonden nog niet, plastic flesjes en frisdrank ook niet. Lauwe thee helpt goed tegen de dorst.

Herberg De Wildeman en de hoek van IJsselvere

In 1874 was de provinciale weg bij Oudewater veel smaller en er stonden daar ook meer huizen dan nu. Herberg De Wildeman werd later café Fietslust en nog later werd daar een woonhuis gebouwd. De bomen op de foto zijn allemaal weg. Op de foto van de Utrechtse straatweg zie je ook meer huizen dan er nu staan. De huizen links zijn allemaal gesloopt voor de verbreding van de weg.

Inschrijving voor het onderhoud van de weg De Meern-Oudewater
Elke twee of drie jaar schreef de provincie Utrecht een aanbesteding uit voor het onderhoud van de weg De Meern – Oudewater. De provincie deed dat onderhoud dus niet zelf, maar besteedde het uit aan een aannemer. Ze beschreven wel wat er onderhouden moest worden en welke materialen moesten worden gebruikt. Wie dat onderhoud wilde uitvoeren, schreef zich in en noteerde het bedrag dat hij per jaar voor het onderhoud wilde verdienen. Het bestuur van de provincie koos dan natuurlijk de aannemer die het laagste bedrag had genoemd. Jan Vermeer schreef zich in voor 1875-1876, voor 1877-1879 en voor 1883-1885. Voor de jaren 1875-1876 kreeg hij de opdracht voor 3094 gulden per jaar. Voor 1877-1879 was iemand anders goedkoper. Voor 1883-1885 schreef Jan Vermeer zich in voor 3629 gulden per jaar en toen kreeg hij ook de opdracht.
De route van de weg
Dit kaartje is eigenlijk gemaakt voor de verbreding van de Hollandsche IJssel, maar je ziet ook precies hoe de provinciale weg in 1874 liep. De weg had meer bochten dan nu. Bij Montfoort liep de weg gewoon door de oude binnenstad heen in plaats van langs de oude binnenstad, zoals nu.
De Damweg met de oude molens
In 1871 werd op de plaats van de oude voormolen een stoomgemaal gebouwd voor de afwatering van Benschop. Voor die tijd stonden er vier watermolens langs de Damweg. Het stoomgemaal staat er nog steeds, maar het is nu een woonhuis.
De houtzaagmolen van de familie De Jongh
Net voorbij de Damweg, waar de Hollandsche IJssel iets breder is, stond vanaf ongeveer 1720 een houtzaagmolen. In 1874 was die nog in bedrijf. Een paar jaar later verhuisde de firma De Jongh naar Gouda waar zij een stoomhoutzagerij begonnen. De molen is kort na 1900 afgebroken. De huisjes links op de foto zijn afgebroken voor de verbreding van de weg en ook het grote huis op de achtergrond is afgebroken
Duikers onder de weg

Dat zijn grote buizen waardoor het water van de éne kant van de weg naar de andere kan.

Het kasteel van Montfoort
Het middeleeuwse kasteel van Montfoort is in 1672 door de Fransen opgeblazen. Alleen de poort is blijven staan. De N228, de Provinciale Weg, is aangelegd over de plek waar het kasteel heeft gestaan, maar die was er nog niet in de tijd van Johannes. Op de tekening zie je hoe het kasteel er vóór 1672 uitzag.
De Heeswijkerpoort
Net als in Oudewater waren de poorten van Montfoort in 1874 allemaal afgebroken. De straat waar de Heeswijkerpoort heeft gestaan, heet nog steeds Heeswijkerpoort. Misschien zie je op de foto Johannes en zijn vader wel rijden…..
Hoogeboomsbrug
Op die plek ligt nog steeds een brug, maar het is nu een vaste brug. Voor 2000 stonden er ook echt hoge bomen bij de brug, maar daar is de brug niet naar genoemd. De brug is genoemd naar een boerderij ‘De Hooge Boom’, zoals je op het kaartje van het Waterschap Bijleveld uit 1836 kunt zien.


Opdracht

Tegenwoordig zijn er in Nederland verschillende soorten wegen. Welke soorten wegen zijn dat, wie is verantwoordelijk voor het beheer en welke ontwerpeisen zijn er voor de verschillende soorten wegen?